Andries Dirk Copier was van 1914 tot 1971 verbonden aan de Glasfabriek Leerdam, waarmee hij gedurende een aantal decennia de enige ontwerper was in vaste dienst bij de fabriek.
Zijn loopbaan bij de Leerdamse glasfabriek begon als assistent op de etsafdeling, waar zijn vader Gijsbert Copier de leiding had. Al snel viel het op dat Andries Copier heel goed kon tekenen, met als gevolg dat hij van 1915 t/m 1918 een cursus schilderen volgde bij de vereniging 'De Middenstand' te Leerdam.
P.M. Cochius was van 1912 tot 1933 directeur van de glasfabriek Leerdam, en merkte Andries' artistieke talent op en liet hem in 1918 en 1919 op kosten van de fabriek studeren aan de Vakschool voor de Typografie in Utrecht. Op die manier werd A.D. Copier breder inzetbaar in de fabriek.
Hierna studeerde hij van 1920 tot 1925 aan de Academie van Beeldende Kunsten en Technische Wetenschappen in Rotterdam. Deze studie volgde hij na werktijd, en hij kreeg hier voornamelijk les van vormgever Jacob Jongert.
Tijdens zijn werk als hoofdontwerper van de Glasfabriek Leerdam (later Royal Leerdam Crystal), wist hij de nieuwste technische ontwikkelingen toe te passen in persoonlijke & eigentijdse ontwerpen. Een logisch gevolg van enerzijds zijn grote talent, en anderzijds het feit dat hij veel ruimte kreeg om te experimenteren.
Zo leerde Copier al vroeg in zijn carrière 'out of the box' te denken, en dat zie je terug in al zijn prachtige ontwerpen. Zo ontdekte hij samen met zijn team heel veel nieuwe technieken, zoals tin craquelé, emaille poeders en luchtbellen.
Hij maakte veel experimentele glasobjecten, die in 1925 geïntroduceerd werden als Leerdam Unica. Hier werd hij wereldberoemd mee. Het is dan ook niet voor niets dat hij als één van de meest invloedrijke kunstenaars uit de 20e eeuw wordt gezien, en dat zijn werken nog altijd zeer in trek zijn.
Sterker nog, een groot deel van zijn gildeglas is tot op de dag van vandaag nog altijd in productie...